De vader van Bas is al enkele jaren ziek. Veel ziekenhuis in en uit, maar ieder keer komt hij er weer bovenop. Gezien zijn leeftijd is hij een sterke man.
“Hoe gaat het nu met hem, Judica?” vraagt Bas. “Op dit moment is hij weer rustig. Het gaat een beetje op en neer”, zegt ze, “Kom, dan gaan we even naar hem toe.” Bij binnenkomst ligt hij rustig te slapen. Ze gaan bij hem aan bed zitten en pa opent zijn ogen. “Wat een verrassing”, zegt hij, “dat jullie hier zijn.” “Pa, hoe gaat het met je?” vraagt Bas. “Ik denk dat het toch weer wat beter gaat”, zegt hij, “afgelopen nacht had ik het ontzettend benauwd en heeft ma de dokter gebeld en Judica natuurlijk. Hij vond het beter dat ik opgenomen zou worden. Heel even dacht ik: dit is het dan. Maar wonder boven wonder voel ik mij weer stukken beter. We moeten de dokter nog afwachten voor de uitslagen van de onderzoeken.” Ondanks zijn leeftijd is hij heel scherp van geest. Hij wil niet betutteld worden door zijn kinderen. Ook wil hij nog steeds zèlf de dokter te woord staan. Zijn kinderen mogen er bij zijn, maar hij doet het woord. “De arts komt rond negen uur”, zegt Judica, “dat vertelde de verpleegster, toen ik op Bas stond te wachten.” “Mooi”, zegt pa, “wie weet mag ik al wel naar huis. Ik voel mij weer goed hoor. En jullie weten dat ik dan het liefste thuis bij ma ben”, zegt hij. “Ja, ja, dat weet ik pa, maar niet zo gehaast hè. Het moet goed zijn, anders wordt ma er ook zenuwachtig van”, zegt Judica. “Je moeder kent mij inmiddels wel hoor. En echt, ze wordt echt niet meer zo snel zenuwachtig, hoor! Dat noemen ze berusting”, zegt hij met een knipoog.
De dokter is er op de afgesproken tijd. Hij bekijkt de status van afgelopen nacht en onderzoekt hem nogmaals. “Ik sta weer van u te kijken mijnheer Bastiaans”, zegt hij. [de dokter heeft de vader van Bas al jaren onder behandeling en kent zijn status van binnen en buiten. Ook hij staat er iedere keer van te kijken hoe die oude man telkens weer opknapt] “U heeft een sterk hart. Afgelopen nacht heeft u weer een kleine hartfalen gehad. Ik wil u nog een dag ter observatie houden. Als er niets bijzonders gebeurt, mag u morgenochtend naar huis”, vervolgt de arts. “Dat klink goed”, zegt de vader van Bas, ik heb nog het een en ander te regelen. Ik wil graag nog een apart gesprek met u op korte termijn. Mijn kinderen mogen er ook bij zijn, als ze kunnen en willen.” Bas en Judica kijken elkaar aan. Wat zou pa willen bespreken? “Waarschijnlijk heb ik in de loop van de middag nog een gaatje in de agenda”, zegt de arts. “Komt dat u ook uit voor jullie?” vraagt hij aan Bas en Judica. “Ja hoor, geen probleem voor mij”, zegt Bas, “Fem heeft mij voor vandaag toch uitgepland.” “Ik heb verder ook geen afspraken”, zegt Judica. “Mooi, dat is dan geregeld”, zegt de dokter, “Ik laat u zo weten hoe laat precies via mijn secretaresse.” Na ongeveer een kwartier komt de secretaresse binnen. Ze vertelt dat de dokter om drie uur tijd heeft. “U heeft wel een voorkeursbehandeling”, grapt ze naar mijnheer Bastiaans. “Mag ook wel, hij verdient genoeg aan mij als vaste klant”, grapt hij terug.
Daar de vader van Bas alleen op een kamer, vindt hier het gesprek plaats. Bas en Judica zijn toch wel heel nieuwsgierig naar wat pa te bespreken heeft. “Zo mijnheer Bastiaans, waarover wilde u mij eigenlijk spreken?” vraagt de dokter. “Nou kijk dokter, ik wil de regie graag in eigen handen houden. De laatste jaren ben ik regelmatig opgenomen. Iedere keer is het gelukkig goed afgelopen gegaan, net als deze weer. Maar … ik ben mij ervan bewust dat het ooit een keer anders zal aflopen. En gezien mijn leeftijd kan dat zomaar gebeuren. Om in mijn zoons woorden te spreken: bij deze maak ik nu mijn eigen VPO. Voorbereiding, Planning & Organisatie.” “Interessant”, zegt de dokter. “Ik hoop natuurlijk nog enkele jaren met mijn vrouw samen te zijn, maar wel met mijn volle verstand, dat even ter zijde. Wat ik u wil zeggen is, ik ben tot nu toe altijd honderd procent goed bij geest geweest. En ik wil graag zo heen gaan, als u begrijpt wat ik bedoel. Ik wil niemand tot last zijn. Ik wil geen plantje worden en tot slot … ik wil niet naar een verzorgingshuis.”, zegt mijnheer Bastiaans. “Ik begrijp u helemaal”, zegt de dokter. Ze praten nog wat heen en weer en iedereen is het er mee eens. “Ik zal het benodigde papierwerk in orde maken”, zegt de dokter, “dan kunt u het thuis nog eens op uw gemak doornemen en ondertekenen.” “Fijn dat het wordt geregeld”, zegt hij, “ik heb het al een tijdje voor me uitgeschoven, maar vond het nu toch wel tijd worden om te regelen. Dan kan ik nu met een gerust hart verder.” Bas en Judica begrijpen hun vader volkomen. Hun vader is een man die altijd midden in het leven stond en gelukkig nog steeds. Ze hebben er alle begrip voor en vrede mee. “Wat goed van pa dat hij met zijn VPO bezig is”, zegt Judica tegen Bas. “Ja, ook in deze soort situaties moet je een goede VPO hebben”, zegt Bas, “Je ziet het maar weer, VPO is overal toepasbaar.”


Reageer